Oesterzwamballen

• Snij de sjalotjes klein, scheur de oesterzwammen in reepjes (niet te klein)
• Smelt de boter in een pan met een diepe bodem en bak je sjalotjes een paar minuten maar houd ze zacht.
• Voeg de oesterzwammen toe, roer door elkaar en laat 10 minuten pruttelen.
• Verwijder nu de oesterzwammen en de sjalotjes uit de pan.
• Maak de roux: smelt de boter en voeg de bloem toe aan de gesmolten boter. Roer goed door met een houten lepel totdat de bloem gaar is. Voeg daarna de melk toe en blijf roeren totdat er een roux ontstaat die stevig is maar toch nog enigszins vloeibaar. Voeg nu de oesterzwammen, sjalotjes en de fijngesneden peterselie toe. Roer goed door en kruid met peper en zout. Proef totdat je tevreden bent over de smaak. Maak hem iets zouter dan je normaal zou doen omdat door het frituren de zoute smaak vermindert.
• Stort nu de vulling in een schaal en dek hem helemaal af met plastic folie (om velvorming te voorkomen). Laat de vulling volledig afkoelen in de koelkast, liefst een nacht maar een paar uur is ook voldoende.

Draaien van de oesterzwamballen

• Zet 3 soepborden klaar en vul er een met de bloem, een met de losgeklopte eieren en een met de paneermeel.
• Maak je handen nat en schep een eetlepel vulling op je hand. Draai er een kleine bal van en leg hem in de bloem. Rol de bal door de bloem totdat de hele vulling bedekt is.
• Leg nu de bal in het ei en roer de bal door het ei totdat de hele bal bedekt is.
• Leg nu de bal in het paneermeel en roer de bal door het paneermeel totdat de hele bal bedekt is.
• Herhaal dit totdat alle vulling op is.
• Dit is het moment waarop je beslist welke ballen je nu gaat serveren en welke ballen in de diepvries gaan.
• De ballen die je wil invriezen, kun je het beste even afkoelen in de koelkast en in een grotere plastic bak doen, zodat ze niet aan elkaar gaan plakken.
• De ballen die je wil serveren, frituur je een paar minuten op 180 graden, totdat de bal een mooie lichtbruine kleur heeft.