Fruit de sjalotjes in een scheutje olijfolie totdat ze zacht zijn.
Snij de kastanjechampignons heel fijn en voeg ze toe aan de sjalotjes. Bak ze onder hoog vuur aan zodat ze karamelliseren.
Voeg nu de risottorijst toe. Roer goed door zodat alle rijstkorrels in contact zijn gekomen met de champignons.
Voeg de kurkuma en de saffraan toe. De risotto zou redelijk geel moeten kleuren. Is de kleur nog niet voldoende, voeg dan rustig nog een theelepel kurkuma toe.
Voeg nu beetje bij beetje de groentebouillon toe en breng langzaam aan de kook. Iedere keer als de rijst droog kookt voeg je weer wat groentebouillon toe. Herhaal dit totdat ze rijst bijna gaar is.
Voeg nu de witte wijn toe en laat de nu gare rijst droogkoken.
Zet het vuur uit en roer de Parmezaanse kaas door de risotto.
Laat de risotto nu afkoelen,
Splits 2 eieren. Meng de eidooiers door de afgekoelde risotto zodat deze plakkerig wordt.
Snij de mozzarella in kleine stukjes, ontdooi de doperwten en zet beide klaar.
Vul 3 soepborden: de eerste met een paar eetlepels witte bloem, de tweede met de 2 losgeklopte eieren en de derde met paneermeel.
Nu zijn we klaar voor het echte handwerk. Neem een handje risotto en druk deze stevig tegen elkaar zodat er een bal gevormd wordt. Maak nu een holte in de bal en vul deze met een paar stukjes mozzarella en een paar doperwten. Maak de holte dicht met een beetje extra risotto. Zorg ervoor dat er geen mozzarella of doperwten zichtbaar zijn.
Rol de bal eerst door de bloem, dan door het ei en vervolgens door de paneermeel zodat de bal volledig bedekt is met paneermeel. Herhaal dit totdat alle risotto op is.
Verwarm de olie tot 180 graden. Dit kan in zonnebloemolie maar ook in een frituurpan.
Bak de arancini totdat de korst stevig is en redelijk bruin.
Dien op met een beetje salade. Eet smakelijk.